Historie

Voorwoord


Bob en Brenda Na heel veel jaren in en met muziek bezig te zijn geweest, eigenlijk ben ik nog steeds bezig, vond ik het tijd om het één en ander voor mijzelf vast te leggen. Je maakt in de loop der tijd veel mee. Ik heb veel groei en succes, maar als muzikant ook dalen meegemaakt. Vaak herinner je je alleen de uitschieters naar boven of naar beneden en over de rest wordt niet meer gepraat of daar denk je niet meer aan. Dat is toch eigenlijk jammer, niet? Ieder mens heeft toch een historie en daarover is een mooi verhaal te vertellen. Dat zou niet zomaar verloren mogen gaan. Ik heb gedacht: als ik het nu niet meer vastleg doe ik het misschien nooit meer. Niet dat ik mijzelf nu zo belangrijk vind, hoor... tja, de motivatie kan ik niet onder woorden brengen, het is meer het gevoel dat ik dit moet doen. Ik heb aan het schrijven van mijn muzikale historie erg veel plezier beleefd en voor degenen die het ook willen lezen... feel free.

Historie


Bob Krijgsman is een man van Indische komaf. Ik kom uit een gezin van 8 kinderen. Ik heb het geluk gehad uit een familie te komen waarbij muziek (maken) één van de normale bestanddelen van het dagelijkse leven is. Mijn vader speelde in Indonesië samen met zijn broers in een grote band. De oudste broer, van mijn vader, was een begenadigd muzikant en speelde alle saxofoons en gitaar. Zijn andere broer was een zeer begenadigd bassist en pianist. Zo één die op wedstrijden altijd een prijs kreeg voor zijn uitzonderlijke speelwijze op zijn upright bas. Mijn vader was gitarist in deze band. Eenmaal in Nederland speelde mijn vader alleen thuis gitaar, klarinet en af en toe zong hij daarbij ook voor mijn moeder. De muziek die ik toen hoorde was swingtime en dixieland.
The Bassbob als kleuter Ik was als 3-jarig kind druk bezig de potten en pannen van zijn moeder om hem heen te formeren om met omgekeerde houten pollepels geluid te produceren. Mijn ouders stimuleerden mij hierin en volgens mij kreeg ik hierdoor een meer dan middelmatige belangstelling voor muziek. Dat uitte zich in de behoefte om voortdurend te moeten slaan op de potten en pannen van mijn moeder. In die tijd woonde naast ons een buurman die bij de fanfare speelde. Toen ik zeven jaar oud was deed deze buurman (mijnheer Boom), mij (en m'n ouders), een voorstel om mij mee te nemen naar de fanfare. Daar hadden ze een aparte afdeling waar tamboers repeteerden en misschien was het wat voor mij. Tamboers zijn leden van de fanfare met zo'n trommel op hun buik. Nou, dat was inderdaad zo en vanaf die tijd was ik verslaafd aan (toen nog) trommelen. Mijn enthousiasme en inzet was groot, helaas werd dat in de buurt waar ik woonde niet altijd met mij gedeeld. Omdat mijn interesse verder ging dan alleen spelen op een trommel kreeg ik van mijn ouders op 10-jarige leeftijd mijn eerste instrument, een drumstel merk: Sonor. De vorderingen, met "trommelen" en het spelen op een drumstel, gingen zo goed dat men sprak van talent en er werd iemand gezocht die mij hierin kon begeleiden. De keuze viel op de drummer van het Philharmonisch orkest uit Den Haag, Dhr. Heitz. Vier jaar lang heb ik mogen genieten van de begeleiding van deze drumleraar en deze had mijn talent weten te ontwikkelen tot een redelijke slagwerker. Op 14-jarige leeftijd ben ik om pubertijdredenen gestopt met muziek om vervolgens deze weer op te pakken op 18-jarige leeftijd.
Op mijn 18e jaar werd mijn gevoel om muziek te maken getriggerd door een vriend die aan het opscheppen was hoe goed hij gitaar kon spelen en hoe leuk het zou zijn als ik dat ook zou doen. In die tijd luisterde ik veel naar de muziek van o.a. James Brown (hotpants, sexmachine) en Motown etc... En op een oude elektrische gitaar die in een hoek stond geparkeerd, waar nog 2 snaren op zaten, ging ik wat proberen. Je begrijpt hoe ik aan het knoeien was, maar spelenderwijs ging ik op zoek naar de noten die mij zo aanspraken. Hier kwam bij mij het spelen op de basgitaar uiteindelijk uit voort. Het ritme had ik, nu nog de juiste noten.
Pa en Ma Krijgsman Nadat ik enige tijd had zitten knoeien op een halve gitaar vonden mijn ouders dat het tijd werd voor een echt instrument. Ik weet nog dat ik met mijn vader naar Amsterdam ben gereden en ik daar van mijn ouders een basgitaar kreeg, merk: Hofner. Vanaf dat moment is het maken van muziek alleen of met anderen een vast bestanddeel van mijn leven geworden. Sterker nog, ik sliep letterlijk met mijn basgitaar. Mijn ouders hebben in die tijd veel begrip moeten opbrengen voor mijn hobby en ik dank ze daar altijd nog voor.

Na veel te hebben geoefend met vrienden (je weet hoe dat gaat) kwam ik uiteindelijk rond mijn 20e jaar bij een soulband terecht. Dit was mijn eerste band en hé... wat was ik trots, hahaha! Ik voelde me wereldberoemd in een straal van 500 m2...... herken je dat gevoel? De naam van deze band was ACID. We hebben een paar leuke optredens gehad en na twee jaar was het natuurlijk niet ACID, maar exit.

Mijn ontmoetingen met soul en funk


Soul - Ik was niet alleen gek van soul (vooral Motown) omdat er zulke lekkere baspartijen in werden gespeeld (er was toen nog geen funk), maar vooral hoe alle muziekpartijen zo samenkwamen in een song, dat het bij veel mensen hun ritmische snaar raakte en ze in beweging zette. Ik vond dat magisch en wilde dit later ook kunnen bewerkstelligen, minimaal met mijn eigen instrument.

The Bassbob op zijn basgitaar

Funk - Funk ervaren, maar vooral het kunnen spelen ervan is op gang gekomen nadat ik in een band ging spelen waar ze een echte funkbassist zochten. Het ging hier om de doorgestartte formatie van Liberation of Man, omgevormd tot Sight Sight en Image. Ooit hadden zij met een song nummer 1 gestaan in de Nederlandse hitparade. Dit is wel een grappig verhaal. Ik werd een keer gebeld door een Amerikaan die, hier in Nederland, in een funkformatie speelde die een funkbassist zocht. Mij werd gevraagd of ik ook funk kon bassen (slappen) en dat natuurlijk bij hun band wilde uitvoeren. Ik had wel eens gezien hoe dat werd gespeeld op de bas en dacht: oooh, dat kan ik ook! Dus ik in al mijn wijsneuzerigheid zei: ...ja hoor, ik ben die funkbassist. In de nabeschouwing ben ik blij dat ik op hun aanbod ben ingegaan. Maar ik vergeet nooit hoe groot mijn frustratie was toen ik merkte hoe groot het niveauverschil was. Het grote verschil tussen soul (dat ik kon spelen) en funk (waar zij om vroegen). Dat verschil was zo groot dat de bandleden er serieus over dachten om iemand anders te gaan zoeken. Het was me nog nooit overkomen dat ik niet goed genoeg was en met deze onvoldoende kon ik niet goed omgaan. Het duurde even voordat ik me had vermand, daarna ben ik deze uitdaging aangegaan en heb dit gelukkig tot een goed einde kunnen brengen. Tjonge jonge, wat heeft daar veel tijd ingezeten en wat heb ik mijn vingers en duim toen blauwgespeeld. Deze band had heel veel toekomstperspectief, maar is door arrogantie en egotripperij van de muzikanten ter ziele gegaan.

Later kwamen er nog wat bandjes, de ene beter (of slechter, je weet hoe dat gaat) dan de andere en na enkele desillusies kwam ik op ongeveer mijn 25e in een commerciële band terecht met de naam Les Donjons. Dit was een bruiloftsband, geen moeilijke standjes. Het was absoluut niet wat ik zocht, maar er waren heel veel optredens dus..., waarom niet? Ik kwam uit de funk- en soulhoek en voelde me natuurlijk heel wat, bruiloftsmuziek was natuurlijk te min voor me (hm!). Ik zal je vertellen dat het een hele ontnuchtering voor me is geweest. Het bleek dat er in het spelen van bijvoorbeeld verschillende stijlen voor mij nog heel veel viel te leren. Van de stijlen swingtime en jazz bracht ik toen niets terecht en ik was voor de tweede keer door m'n arrogantie tegen dezelfde steen aan gelopen. Ik zou het iedere muzikant willen aanraden om een tijdje in zo'n band te gaan spelen. Het geeft inzicht in hoe songs uit een ander genre worden gespeeld en hoe jij je spel moet aanpassen. Het is een absolute muzikale verrijking waar je in je verdere muzikale carrière wat aan hebt. Het is in deze band waar ik ben begonnen om een andere discipline te ontwikkelen, namelijk het zingen.

Level 42


Level 42 verdient bij mij een apart plekje en daarom schrijf ik hier ook nadrukkelijk over, ere wie ere toekomt. In deze periode liet een vriend mij een bandopname horen van een (toen nog onbekende) groep: Level 42. Tja, leuk maar... kunnen ze dit ook live spelen (ik was al enigszins geïnteresseerd geraakt door het aanstekelijke basspel maar... ik was niet jaloers... uuuuh)? Met hun eerste optreden (in Nederland) in de Meerpaal in Dronten heeft Level 42 en met name Mark King mijn manier van spelen definitief beïnvloed. Ik was natuurlijk al enigszins geïnfecteerd door Stanly Clark, Louis Johnson, Larry Graham en Casiopea. Maar de wijze waarop Mark King zijn bas bespeelde en tegelijkertijd zong dwong bij mij respect af. Natuurlijk speelde ik op mijn zolderkamer alle nummers mee van Level 42. Ik zeg het met dankbaarheid en respect als ik het erover heb dat ik dat ook zo kan. Laat duidelijk zijn dat ik niet Mark King ben, want hij doet zijn ding toch anders dan ik en met alle respect.
Ik vertel dit verhaal op deze manier omdat ik, tot op de dag van vandaag, veel opzien baar met de manier waarop ik mijn bas bespeel en zing. Ik ben door iemand geïnspireerd en heb het later naar mijn vorm kunnen ombuigen. Iedere (ook heel goede) muzikant(en) hebben zichzelf ooit aan een held gespiegeld die hen inspiratie gaf om beter te worden en die held moet je ook zijn eer geven en niet net doen alsof je er zelf op bent gekomen. Dus... Mark King, thank you for the music (waarschijnlijk zul je dit nooit lezen)!

Ontwikkeling


De ontwikkeling van het bass spelen (slappen) en zingen ging buitengewoon voorspoedig. Ik kon het af en toe toepassen bij de commerciële optredens van Les Donjons. Ik overdrijf echt niet als ik zeg dat ik er veel persoonlijk succes mee boekte bij het publiek. Echter voor de richting van de band (die voor mijn wijze van performen ook niet klaar was) was mijn gedrevenheid naar funk met deze band op een bepaald moment niet meer te verenigen. Er ontstonden zo gezegd conflicten. Ik groeide een totaal andere kant op en uiteindelijk ben ik gestopt om later een formatie te starten die voor dat moment beter bij mij paste.
Jupiter was een rock-/funk-/fusionformatie waar ik mijn funkinspiraties in en bij kwijt kon. In deze band bestond ons repertoire voor het grote deel uit eigen composities en er was veel inspiratie. Terugkijkend op die tijd besef ik nu dat die ontwikkelingsfase een verschrikkelijk mooie tijd was. We waren jong, wild, ongeduldig en wilden veel te veel in een te korte tijd. Je krijgt daardoor onenigheid waarbij het eindresultaat was dat een goede band ter ziele ging. Ik durf te zeggen dat een ieder die in deze formatie heeft gezeten wel een periode van maximale groei heeft meegemaakt. De inzet, inspiratie en verwachtingen, zij waren hoog... te hoog.
Ik heb later kunnen relativeren dat het vooral aan mij lag waarom deze band ter ziele is gegaan. Ik was drukker om te zorgen dat alles op mijn niveau en naar mijn wensen werd gespeeld dan te kijken naar het welzijn van de medemuzikanten en of ze dat niveau wel aankonden.

Na enige tijd werd ik opnieuw benaderd om in Les Donjons te komen spelen. Men wilde opnieuw deze band opstarten. Er werden nieuwe mensen aangetrokken en de band werd uitgebreid met twee blazers. Deze nieuwe formatie voldeed in vele opzichten aan mijn verwachtingen. Ik ben er bijna zeker van dat deze band één van de eerste bands was die een act deden van de Blues Brothers.

Nothing But the Funk


Mijn laatste project is de huidige funkband Nothing But the Funk (NBtF). Ik kan hier heel veel over uitwijden, maar als je naar de website gaat weet je bijna alles. De reden om deze band te formeren hadden een paar redenen:
  • Ik wilde weer met mijn meisje (Brenda) in een soul-/funkband spelen
  • Ik wilde in een band zitten met allemaal goede muzikanten die geen last hadden van egocentrisch gedrag
  • Een Soul Show-funkband op Amerikaanse leest geschoeid

Aan dit project is 2 jaar gewerkt voordat er werd opgetreden.

Het bass spelen van funk (meer dan soul) is een specialisme dat ik heel goed beheers, maar waar ik elke dag weer moeite voor doe om het beter te spelen dan de vorige keer, want het kan altijd beter.

Speelstijl


Mijn stijl van spelen zou ik willen omschrijven als plukken, slappen en snel afgewisseld door het spelen met twee vingers. Daarbij vind ik het een (de) kunst om moeilijke baspatronen of sterke funkgrooves in combinatie met leadzang tegelijkertijd uit te kunnen voeren. Door vele jaren van oefening heb ik mij ontwikkeld tot een virtuoos op mijn basgitaar. Daardoor is het ritmisch kunnen soleren op de bas voor mij een grote toegevoegde waarde als muzikant.

Type bassist: strak ritmisch en is duidelijk aanwezig en zeer ondersteunend voor de groove. Kan snel omschakelen naar andere stijlen van spelen. Kan ter plekke en op elke toonsoort soleren.

Hoofdinstrument: basgitaar (5 snaren) merk Unsung - SilverStar
Basinstallatiemerk:
Bij-instrumenten: Drums - (elektrische) gitaar - toetsen

eXTReMe Tracker